Na een jaar werken met Virtuele thuiszorg kan Lelie zorggroep maar één conclusie trekken: er is sprake van een win-win-winsituatie. Cliënten, zorgverleners én Lelie zijn blij met de toepassing van de eHealth-toepassingen. Innovatieadviseur Jantine Wilschut vertelt over de route naar het succes.
Mevrouw Stam – De Jager is 96 jaar, maar woont nog steeds thuis. Trots liet ze eind juli in een item van actualiteitenprogramma EenVandaag zien welke digitale hulpmiddelen ze allemaal gebruikt. ‘Ik kan niet eens liegen over m’n gewicht,’ vertelt ze in het item. ‘Zelfs mijn weegschaal staat direct in verbinding met de dokter.’
Om haar pols draagt ze een zorghorloge, dat onder meer haar hartslag meet, maar ook beschikt over een alarmknop. Videobellen met de welzijnscoach doet ze wekelijks. Zou ze alle technologie niet in huis hebben, dan had ze waarschijnlijk al in een verpleeghuis gezeten.
Dat mevrouw Stam – De Jager over de spullen beschikt, is te danken aan Lelie zorggroep. De zorgorganisatie, onder andere actief in Rotterdam en omgeving, biedt sinds een jaar Virtuele thuiszorg. Dit is een verzamelnaam voor een uitgebreid pakket aan eHealth-toepassingen, die naar behoefte van een cliënt kunnen worden ingezet. De applicaties en apparatuur worden gemaakt door het bedrijf MobileCare, waarmee Lelie zorggroep een strategische samenwerking is aangegaan. Gebruik hiervan wordt volledig vergoed door de zorgverzekeraar, ongeacht het aantal producten dat wordt gebruikt.
Jantine Wilschut is adviseur productontwikkeling en innovatie bij Lelie zorggroep. Zij ging twee jaar geleden op zoek naar een partij die een totaalpakket aan eHealth-oplossingen kon bieden. Haar vertrekpunt was er één waar elke organisatie in de zorg tegenaan loopt: het feit dat mensen langer zelfstandig thuis moeten kunnen wonen, in combinatie met een tekort aan zorgpersoneel. ‘Dat dwong ons om anders te denken. Fysieke zorg moest worden omgebogen naar zorg op afstand, zodat we het aantal mensen dat zorg nodig heeft, zo goed mogelijk kunnen blijven helpen. We vervangen onze reguliere zorg ook niet, we vullen het aan. We leveren meer, maar wel op een andere manier.’
Jantine geeft het voorbeeld van een geautomatiseerd medicijnendoosje. ‘De rol medicijnen vanuit de apotheek wordt in het doosje gedaan. Vervolgens gaat op het goede moment een alarm af. De cliënt weet dan zeker dat hij op het juiste moment het juiste medicijn neemt. Dat scheelt soms drie bezoekjes van de zorgmedewerker per dag. Die tijd kan aan échte zorg worden besteed en de cliënt hoeft niet thuis te blijven. Soms bepalen die bezoekjes hun hele dag. Zitten ze al een uur van tevoren klaar en bellen ze als de zorgmedewerker vijf minuten later is.’
En neem het slimme alarm op het zorghorloge. Jantine: ‘Daardoor voelt een oudere zich veiliger, bijvoorbeeld bij het douchen. Diegene weet: als er iets gebeurt, zijn ze snel bij me. In de oude situatie moest een zorgmedewerker soms alleen maar kijken of het douchen goed ging. Nu komen ze minder vaak langs, maar kunnen ze op afstand beter monitoren. Ze zijn nu meer bezig met het totaalbeeld van een cliënt, hun verpleegkundige blik wordt meer geprikkeld. Dat maakt het werk interessanter en leuker. Dat is ook wat we van de meeste medewerkers horen. Vrijwel iedereen is enthousiast. Niemand wil terug naar de oude situatie.’
Datzelfde geldt voor cliënten. Inmiddels gebruiken meer dan 550 cliënten van Lelie zorggroep met Virtuele thuiszorg. ‘Ook zij willen niet meer terug,’ zegt Jantine. ‘Het overgrote deel voelt zich veiliger en vrijer in hun dagelijks leven. De tevredenheidscijfers zijn erg hoog. Ze kunnen allemaal goed uit de voeten met de technologie. Het scheelt ook dat je tegenwoordig geen WiFi meer nodig hebt, iets dat vijf jaar geleden nog wel zo was. De producten werken op simkaartjes, zijn gebruiksvriendelijk en hebben zelden storingen. Dat helpt allemaal mee om draagvlak te krijgen. De vooroordelen dat cliënten dit niet willen, kloppen totaal niet.’
Dat dit zo makkelijk zou gaan, kon Jantine alleen maar hopen. Vanuit haar functie weet ze dat elke verandering weerstand kost. Zeker in de zorg. ‘En al helemaal als die verandering directe impact heeft op het dagelijkse werk van zorgverleners,’ zegt ze. ‘Natuurlijk, medewerkers vinden het best spannend. Maar ze snappen dat het niet anders kan. Dat betekent dat de tijd nu echt rijp is voor het gebruik van eHealth-toepassingen in onze dagelijkse werkzaamheden. Voordat we dit introduceerden, draaiden we twee pilots in Rotterdam. Daar bleek dat het goed werkte. Maar dat het op zo’n grote schaal goed zou functioneren, had ik eigenlijk niet verwacht.’
Het geheime ingrediënt? ‘Kartrekkers,’ verklapt Jantine. ‘In elk team hebben we – mede op aanraden van de Rotterdam eHealth Agenda – mensen aangewezen die Virtuele thuiszorg van de grond moesten krijgen. Zowel bij medewerkers als cliënten. We zien dat dit veel beter lukt in teams waarin de kartrekker zelf enthousiast is. Is de kartrekker behoudender, dan komt het minder goed van de grond. Onlangs hebben we een team waarbij het heel goed loopt aan tafel gezet met een minder enthousiast team. Dat werkte goed. Zo hopen we uiteindelijk iedereen mee te krijgen.’
Natuurlijk zijn er ook uitdagingen. Jantine: ‘Er zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen die ook werken met slimme bloeddrukmeters. Het blijkt erg lastig om die data uit te wisselen. Ook kost het veel tijd om de ontwikkelingen bij te houden. Het probleem daarbij is: als een leverancier geen onderdeel wil uitmaken van Virtuele Thuiszorg, dan kunnen wij niet met hen samenwerken. Gelukkig krijgen we daarbij hulp van MobileCare, die continu nieuwe eHealth-toepassingen toevoegen aan hun portfolio. Zo blijven we vooroplopen en kunnen we onze cliënten goede zorg blijven bieden.’
Meer weten over Virtuele thuiszorg van Lelie zorggroep? Op de website vind je naast de producten en voordelen ook diverse filmpjes.